Vrijdag 31
augustus weer een MRI ondergaan. ‘Ondergaan’ is dit keer een juist woord want
een pretje is het niet. De medewerker maakt bij binnenkomst al duidelijk dat
het erg druk is, daarom zijn ze ook uitgelopen. Daarbij is zijn weekend bijna
begonnen. Het wordt dus even doorwerken, begrijp ik. Het infuus wordt snel
ingebracht, maar het afsluitdopje minder snel geplaatst. Ik kijk snel de andere
kant op want van snel stromend bloed waar het niet hoort moet ik niets hebben.
Ik mag gaan
liggen op de plank, krijg een koptelefoon op met Sky-radio, de paniekknop in
mijn linkerhand, infuusslang in mijn rechter en wordt snel naar binnen
geschoven. ’t Is natuurlijk al mijn 4de MRI dus ik weet wat te
verwachten. Maar helaas, de koptelefoon zit niet goed en werkt niet of heel erg
slecht. Ik krijg een partij herrie van de MRI aan mijn hoofd en hoor heel veel,
maar geen Sky-radio. De MRI-medewerker zegt iets, maar ook hem versta ik niet.
Ik probeer me te
ontspannen en te denken aan andere dingen als die nauwe buis waarin ik lig en
de herrie om mijn kop. Dan begint de buis te schudden en ik schrik me rot. De
vorige keren werd dit door de medewerker aangekondigd maar nu hoor ik helemaal
niets. De plank schuift heen en weer en daardoor wordt de paniekknop bijna uit
mijn hand getrokken. Ik houd hem zo stevig vast dat mijn hele hand gaat
tintelen en slapen. De paniek begint wat toe te slaan. Daar is die paniekknop
voor, zou je zeggen. Dat realiseer ik me ook, maar ik word bang. Wat als die
het ook niet doet net als de koptelefoon? Ik durf niet te drukken, liever het
idee dat de knop echt wel werkt dan dat ik weet dat hij het niet doet. Ik moet
mezelf echt bij de les houden. Maar ruim 45 minuten in je eentje in een nauwe
buis, zonder dat iemand iets verstaanbaars tegen je zegt is lang en eenzaam.
Ze zullen me toch
niet zijn vergeten en al aan het weekend zijn begonnen? Hoe lang zou het duren
voordat Berthel in de gaten krijgt dat ze me hier laten liggen? Maar na ruim 45
minuten voel ik dat ik naar buiten wordt geschoven. “Ging goed he?” zegt de
medewerker. “Nou nee, ik hoorde niets en heb jou al helemaal niet gehoord” zeg
ik. “O jee, ik zie het al het plugje van de koptelefoon zit er niet goed in. Maar
we hebben wel hele mooie plaatjes hoor”. Krijg nou de klere!!
Wat is de moraal
van dit verhaal? Altijd alles zelf checken. Dus de volgende MRI, lieve
medewerkers, eis ik jullie tijd en volledige aandacht, wil ik vooraf weten of
de koptelefoon werkt, of ik jullie goed hoor en ga ik jullie dubbel checken.
Eigen schuld.

